One Health als aanpak om de gezondheidssystemen in Zuid-Kivu te harmoniseren

Nieuwsberichten

In Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo, leeft een groot deel van de bevolking van veeteelt. De mensen staan er dagelijks in nauw contact met zowel hun vee als met wilde dieren. Volgens een plaatselijk spreekwoord “ben je maar op je gemak wanneer je je koe hoort ademen”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de lokale veehouders in dezelfde ruimte slapen als hun geiten of dat ze hun dieren te eten geven uit de potten waarin ze vervolgens eten klaarmaken voor hun gezin.

Het feit dat deze mensen zo nauw samenleven met dieren houdt uiteraard grote gezondheidsrisico’s in. Helaas zijn ze zich daar niet van bewust. Nochtans bestaat het gevaar dat ze een zoönose oplopen, een ziekte die van dier op mens wordt overgedragen. Ebola en COVID-19 zijn ons al lang niet meer onbekend, maar ook andere zoönosen, zoals tuberculose, tekenziekten en hondsdolheid, moeten ernstig genomen worden. “Momenteel zien we in de regio veel gevallen van brucellose, wat leidt tot vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen”, aldus dr. Safi Ngomora, een jonge vrouw die zich in het dorpje Katana vestigde als dierenarts. Deze zoönose wordt overgedragen door het drinken van besmette melk of door direct contact met een ziek dier.

Sinds half 2022 focust het One Health-project op het probleem van de zoönosen in het oostelijk deel van het nationaal park Kahuzi-Biéga. Dit project wordt uitgevoerd door Dierenartsen Zonder Grenzen, Dokters van de Wereld en Action pour le Développement des Milieux Ruraux, drie ngo’s gespecialiseerd in de gezondheid van mens, dier en milieu, en heeft met name als doel om de drie gezondheidssystemen te ontzuilen.

Zoönosen, een miskend en onderschat gevaar in Zuid-Kivu

In Zuid-Kivu leeft een groot deel van de bevolking van veeteelt. Door de onveiligheid in de regio en uit plaatsgebrek wonen en slapen zij vaak samen met hun dieren, wat het risico op de overdracht van ziekten vergroot. © Thomas Cytrynowicz

Dr. Safi Ngomora, die voortdurend contact onderhoudt met veehouders en hun vee, is zich maar al te goed bewust van de zoönotische risico’s en van haar preventieve rol als dierenarts: “Door mijn job kan ik altijd besmet geraken via dieren. Een van de belangrijkste taken van dierenartsen in Zuid-Kivu is om de lokale bevolking te sensibiliseren voor zoönosen. Vooral aangezien veel mensen er samen met hun dieren wonen en slapen.

Toch staan in de Democratische Republiek Congo momenteel slechts vijf zoönosen onder epidemiologisch toezicht, waarbij gevallen onmiddellijk gemeld worden. Maar dat strookt niet met de realiteit op het terrein in Zuid-Kivu. Dierenartsen Zonder Grenzen en haar partners pleiten bij de gezondheidsinstanties dan ook voor de erkenning en goedkeuring van een lijst van 27 zoönosen. 

Maar dat is lang niet het enige probleem. In zowel de menselijke als de dierlijke gezondheidszorg is er in de eerste plaats een tekort aan personeel en middelen. Ter versterking van de diergeneeskundige diensten heeft Dierenartsen Zonder Grenzen geholpen met de oprichting van vier dierenartsenpraktijken en met de aanlevering van het nodige materiaal om zoönosen vast te stellen. In een regio met bijna evenveel vee als inwoners zijn er echter niet genoeg dierenartsen om deze opdracht te volbrengen. Daarom heeft de ngo ook 172 dierenverzorgers opgeleid en van het nodige materiaal voorzien. Dierenverzorgers vervullen immers een actieve rol op het vlak van epidemiologische monitoring en sensibilisering in hun gemeenschap.

Wanneer sensibilisering botst op kwetsbaarheid

Safi Ngomora, privédierenarts in Katana, bereidt een staal voor in haar praktijk. Met haar nieuwe microscoop kan ze het analyseren zonder een beroep te moeten doen op het laboratorium in Lwiro of Goma. © Thomas Cytrynowicz

Dankzij de ondersteuning van het One Health-project heeft dr. Ngomora zich kunnen vestigen in een ruimere praktijk in Katana en beschikt ze nu over een microscoop. In haar ‘minilaboratorium’ kan ze in nog geen 24 uur bepalen aan welke ziekte een dier lijdt, nadat het door een van de 72 dierenverzorgers onder haar supervisie werd onderzocht. “Zo winnen we veel kostbare tijd. Vroeger moest ik een beroep doen op het laboratorium in Lwiro of Goma. En dan kreeg ik soms pas na enkele dagen nieuws”, legt ze uit. Het is een grote stap voorwaarts voor een snelle diagnose van dierziekten en voor de melding van mogelijke gevallen van zoönosen bij veehouders.

Aan de hand van educatieve posterboxen, aangeleverd door Dierenartsen Zonder Grenzen, informeren dr. Ngomora en haar dierenverzorgers de veehouders over de tekenen van zoönosen en geven zij advies om dergelijke ziekten niet op te lopen: de eigen slaapkamer of keuken niet delen met dieren, de handen goed wassen na contact met een dier, geen vlees van dood gevonden dieren eten, enz. Maar gezien de grote armoede onder de lokale bevolking, en dan vooral de autochtone bevolking, is dat makkelijker gezegd dan gedaan. “Ze zijn zo kwetsbaar dat ze ons zeggen: ‘We begrijpen het wel, maar wat krijgen we ervoor terug?’”, aldus de jonge dierenarts.

Om de mensen te helpen stoppen met deze risicovolle praktijken, reikt het project alternatieven aan: zaailingen van snelgroeiende bomen en, voor de meest kwetsbare mensen, geiten. Over enkele jaren kunnen de volgroeide bomen worden gebruikt om woningen te bouwen en te verwarmen, in plaats van de bomen in het park. Ondertussen zullen de geiten vele geitenlammeren voortgebracht hebben en zullen zij dagelijks melk aanleveren en ook voor mest zorgen om de groei van de gewassen te stimuleren. Het netwerk van dierenartsen zal erop toezien dat de dieren in goede gezondheid blijven en nieuwe veehouders sensibiliseren omtrent zoönosen en de nodige maatregelen om de verspreiding van zoönosen tegen te gaan.

“We werken op een eiland”: verzuilde gezondheidssystemen

Maar om efficiënt de strijd aan te binden tegen zoönosen, kunnen de dierenartsen niet alleen actie ondernemen. Zoals het woord ‘One Health’ al zegt, is de gezondheid van mens, dier en milieu nauw met elkaar verweven, en moeten hulpverleners uit alle sectoren dus nauw samenwerken.

Bienfait Akonkwa, hoofd interne geneeskunde in het Fomulac-ziekenhuis in Katana: “Zoönosen worden een beetje vergeten in het ziekenhuis.” © Thomas Cytrynowicz 

Vele artsen maken de ‘zoönosereflex’ nog niet, zoals dr. Bienfait Akonkwa toelicht: “Zoönosen worden een beetje vergeten in het ziekenhuis. Artsen denken pas aan zoönosen wanneer ze alle andere menselijke ziekten uitgesloten hebben”, aldus het hoofd interne geneeskunde in het Fomulac-ziekenhuis in Katana. De jonge arts, die onlangs een opleiding over het One Health-concept volgde in het kader van het project, is zich bewust geworden van de verzuiling van de gezondheidsdiensten: “We werken op een eiland: ik ontvang een patiënt, ik behandel hem en hij gaat terug naar huis. Maar misschien is hij besmet geraakt door zijn koe, waarmee hij nog altijd onder hetzelfde dak woont. Het echte probleem wordt dus niet opgelost. Toch bel ik de dierenarts niet op. Maar als we maar op één aspect focussen, kunnen we het probleem niet oplossen.

Naar een geïntegreerd nood- en responsplan

Sinds een aantal weken onderhouden dr. Akonkwa en dr. Ngomora contact met elkaar. De arts en de dierenarts zetelen allebei in het One Health-comité, dat werd opgericht in het kader van ons project in Katana, samen met dierenverzorgers, milieudeskundigen en verschillende vertegenwoordigers van de gemeenschappen. Het is een eerste stap naar een geïntegreerd gezondheidssysteem, wat heel hard nodig is. “Een One Health-benadering is essentieel om een kakafonie van verschillende gezondheidssystemen te vermijden en om een totaalaanpak te garanderen voor een betere respons.

Er is echter nog een lange weg te gaan in Zuid-Kivu, aangezien men er zowat met een blanco blad moet beginnen. Volgens sommige experts zou een epidemie in de regio een ware catastrofe zijn, omdat er geen responsplan is waarin de drie gezondheidssystemen opgenomen zijn. Momenteel is er niets concreet vastgelegd omtrent de behandeling van risicopatiënten in de gemeenschappen en omtrent de terugkoppeling van informatie voordat een zieke in het ziekenhuis aankomt. Terwijl die zieke onderweg naar het ziekenhuis heel wat mensen kan besmetten … Een geïntegreerd systeem kan “het sneeuwbaleffect stoppen” en vermijden dat een ziekte verandert in een epidemie. Dit had bijvoorbeeld kunnen helpen vermijden dat de ebola-epidemie zo hard zou woekeren in de DRC.

De ontwikkeling van een nood- en responsplan maakt net deel uit van de doelstellingen van het One Health-project, samen met de versterking van het nationaal gezondheidsinformatiesysteem en de uitstippeling van een gezamenlijke monitoringstrategie. Kortom, het wordt een werk van lange adem. De eerste stappen zijn intussen gezet en nu moeten de inspanningen worden voortgezet tot het einde van het project in 2026.


De activiteiten van het One Health-project worden uitgevoerd met de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Het is een uniek proefproject dat wordt uitgevoerd door Dierenartsen Zonder Grenzen, Dokters van de Wereld en Action pour le Développement des Milieux Ruraux. Elke NGO is gespecialiseerd in een van de drie gezondheidssectoren: dier, mens of milieu. Lees meer over het project en de achtergrond.