Duurzame dierlijke producten tegen honger en ondervoeding

Nieuwsberichten

Op 16 januari publiceerde The Lancet zijn onderzoek Food in the Anthropocene: The EAT-Lancet Commission on healthy diets from sustainable food system. De studie van 37 wetenschappers uit 16 landen – met een expertise in geneeskunde, landbouw, politieke wetenschappen etc. – doet aanbevelingen voor een duurzame voedselproductie en een gezond dieet. 

Gezond en voedzaam dieet

De onderzoekers stellen een dieet voor dat grotendeels bestaat uit groenten, fruit, volkoren granen, peulvruchten, noten en onverzadigde vetten; maar ook lage tot gemiddelde hoeveelheden zeedieren en gevogelte, en geen tot kleine hoeveelheden rood vlees, verwerkt vlees en toegevoegde suikers. Volgens de studie maakt een geringe consumptie van dierlijke producten dus deel uit van een evenwichtig en gezond voedselpatroon.

De studie erkent ook dat de veranderingen die nodig zijn om tot een evenwichtig voedselpatroon te komen, sterk verschillen van regio tot regio. Dit lijkt evident aangezien meer dan 820 miljoen mensen wereldwijd ondervoed zijn en tegelijkertijd meer dan 2 miljard mensen te kampen hebben met overgewicht. Beide zijn ongezond maar dienen op een verschillende manier te veranderen om tot een gezond en voedzaam dieet te komen.

Dierlijke producten tegen ondervoeding in Sub-Sahara-Afrika

De studie maakt een belangrijke nuance met betrekking tot Sub-Sahara-Afrika en de consumptie van dierlijke producten daar. In deze Afrikaanse regio hebben maar liefst 220 miljoen mensen geen toegang tot een adequate voeding. Volgens het onderzoek is ondervoeding in deze regio vaak het gevolg van een lage consumptie van dierlijke producten en ander proteïnerijk voedsel. De studie gaat verder en stelt dat het promoten van consumptie van dierlijke producten bij kinderen in Sub-Sahara-Afrika een belangrijke invloed heeft op de kwaliteit van hun dieet en hun algemene gezondheid. Een hoge inname van dierlijke producten zorgt zo onder andere voor een verbeterde groei en motorieke ontwikkeling van kinderen. Het beschikbaar en toegankelijk maken van bijvoorbeeld melk en eieren voor kinderen in deze gebieden heeft dus duidelijk een positief effect op hun voedsel- en voedingszekerheid. De wetenschappers stellen zelfs dat in lage inkomenslanden het vervangen van (minder voedzame) zetmeelrijke voedingsmiddelen door eieren, een enorme impact heeft op de kwaliteit van het dieet van kinderen.

Dierenartsen Zonder Grenzen verwelkomt deze bevinden, die stroken met onze strijd tegen honger en armoede in Sub-Sahara-Afrika door in te zetten op de familiale veeteelt. We dringen er op aan om een ‘gezond’ dieet voornamelijk in een bepaalde context te zien. De ‘ideale’ consumptie van dierlijke producten verschilt nu eenmaal sterk per regio. De keuze voor dierlijke producten hangt af van het gezinsinkomen, het deel van het inkomen dat aan voeding besteed wordt en de prijs van de dierlijke producten ten opzichte van de prijs van plantaardige voedingsmiddelen. In Afrika – waar uit de studie blijkt dat de consumptie van dierlijke producten zorgt voor minder ondervoeding – geven families een aanzienlijk deel van hun inkomsten uit aan voedsel en ligt de prijs van dierlijke producten (melk, vlees, eieren) hoger dan die van plantaardige producten. Daardoor kopen en eten ze minder dierlijke producten. Het is dan ook van belang om het aanbod van betaalbare lokale dierlijke producten te vergroten, zodat deze voedingsmiddelen beschikbaar en toegankelijker worden voor Afrikaanse families. 

Duurzame productie

Het onderzoek gaat niet enkel over voedselconsumptie, maar ook over voedselproductie. De wetenschappers kaarten de belangrijkste milieuproblemen aan die veroorzaakt worden door ons mondiaal voedselsysteem. Meer bepaald klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, verandering van landsysteem, gebruik van vers water en uitstoot van stikstof en fosfor. Als we specifiek naar de veehouderij kijken, dan zien we dat het vooral de intensieve veeteelt is die deze problemen in de hand werkt en met name bij klimaatverandering een grote rol speelt. Dit komt door de hoge uitstoot van broeikasgassen en het intensieve gebruik van fossiele brandstoffen voor onder andere het overzeese transport van veevoedergewassen. 

Dit type veehouderij staat echter mijlenver van de veeteelt die Afrikaanse, familiale boeren beoefenen. Deze familiale veeteelt produceert op een duurzame manier vlees, melk en eieren en stelt de belangen van de familie centraal. De ecologische impact is minimaal omdat fossiele brandstoffen nauwelijks gebruikt worden, veevoer op het bedrijf geproduceerd wordt en begrazing zorgt voor bodembevruchting via mest. Begrazing is ook essentieel in het gevecht tegen klimaatverandering, want graaslanden hebben een enorm potentieel in het opslaan van koolstof. 

Andere aanpak voor Noord en Zuid

Deze nuances en belangrijke verschillen tussen Noord en Zuid, rijke en arme landen, zitten ook vervat in de verschillende strategieën die de studie voorstelt om het voedselsysteem te transformeren. De onderzoekers stellen dat het de prioriteit van een voedselsysteem zou moeten zijn om zo gezond mogelijke voeding te produceren en niet zoveel mogelijk. Ze erkennen de limieten van (vooral intensieve) dierlijke productie – zoals uitstoot van broeikasgassen, watergebruik… – maar ook de rol van dierlijke producten in het gevecht tegen honger, armoede en ondervoeding én de belangrijke milieurol van graaslanden. De studie stelt dat dierlijke productie bekeken moet worden in een bepaald milieu en context, om zo te kijken in welke mate ze kan en moet verminderd worden, en ook hoe een duurzame productie uitdagingen als dierenwelzijn en antibioticaresistentie kan aanpakken.  

Dierenartsen Zonder Grenzen denkt hier ook zo over. Wij willen in de eerste plaats dat de miljoenen kansarme veehouders in Afrikaanse landen op een duurzame manier eieren, vlees en melk kunnen produceren. Zo hopen we bij te dragen aan het wereldwijde gevecht tegen armoede, honger en ondervoeding. Maar we vinden het ook belangrijk dat intensieve vormen van veeteelt duurzamer worden. En dat de belangen van de familiale veeboeren in België ook erkend worden. Dat zal enkel kunnen als consumenten hier kiezen voor een duurzame consumptie van dierlijke producten waar ander, beter en minder centraal staan. 

Meer informatie