De rondtrekkende veehouderij: een veerkrachtig maar bedreigd systeem in Burkina Faso

Nieuwsberichten

Wereldwijd leven ruim een half miljard mensen van de rondtrekkende veehouderij. In Burkina Faso, waar we sinds 2005 actief zijn, is dit de levenswijze van een groot deel van de bevolking. Rondtrekkende veehouders weten weilanden optimaal te benutten en spelen een sleutelrol in de strijd tegen klimaatverandering en voor het behoud van biodiversiteit.

Hun kuddes bemesten de grond, verspreiden zaden en helpen het gras te regenereren. De weilanden die ze aandoen, hebben een enorme opslagcapaciteit voor kooldioxide, dat zo honderden jaren in de bodem opgeslagen blijft in plaats van de atmosfeer op te warmen.

De rondtrekkende veehouderij kan echter pas goed gedijen en waardevolle ecosysteemdiensten leveren als de context gunstig is. Helaas is dat steeds minder het geval, en zo ook in Burkina Faso. Dat meldt Hamado Ouedraogo, die vanuit Ouagadougou onze activiteiten in het land leidt.

Als we hier in Europa denken aan de veehouderij in de Sahel en de beperkingen die ermee gepaard gaan, dan denken we meestal direct aan klimaatverandering en voedselonzekerheid. Maar hoe zit het nu echt?

Hamado Ouedraogo: “In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn het klimaat en voedselonzekerheid niet de grootste bedreigingen voor de rondtrekkende veehouderij. Het is juist een extreem veerkrachtige manier van leven. Bij de Fulbe (een etnische groep die de meerderheid van de bevolking uitmaakt in Burkina Faso, n.v.d.r.) hebben de veehouders een groot vermogen om schokken op te vangen. Een beetje zoals de graaslanden zelf, die periodes van grote droogte altijd weer te boven komen.

De mobiliteit van de veestapel is essentieel voor de veehouders in Burkina Faso en garandeert hun voedselzekerheid. © Wouter Elsen

Dit systeem is zo veerkrachtig omdat het gebaseerd is op mobiliteit, waardoor het zich kan aanpassen aan klimaatschommelingen. Als de droogte op één plek begint, trekken de herders met hun vee verder tot ze weer water en vers gras vinden. Zodra ze inzien dat er ergens niet genoeg graascapaciteit is, wachten ze niet om verder te trekken tot de hulpbronnen helemaal uitgeput zijn. Wanneer hun dieren geen voedsel en water hebben, kunnen ze niet aandikken en geen jongen krijgen, wat op lange termijn problematisch wordt.

Rondtrekken is daarom essentieel voor een goede productie. Als ze dat vrij kunnen doen, ontstaat er geen hongersnood. Want dan is er genoeg melk en kunnen ze ook dieren verkopen om granen en ander basisvoedsel te kopen. Voor de Fulbe is een productieve kudde voldoende om in de voedselbehoeften van het hele gezin te voorzien. Zo worden ze relatief minder getroffen door plotse voedselonzekerheid en hongersnood dan andere, meer sedentaire bevolkingsgroepen.”

Toch ziet de situatie van de rondtrekkende veehouders in de Sahel er op dit moment niet bepaald rooskleurig uit. Wat bemoeilijkt hun leven in de regio, en in Burkina Faso in het bijzonder?

“Er zijn momenteel drie existentiële bedreigingen voor de rondtrekkende veehouderij in Burkina. Het grootste probleem is het gebrek aan begrip van de overheid, die geen oog heeft voor de economische bijdrage van dit type veeteelt. Het landbouw- en veeteeltbeleid is sterk gericht op sedentarisatie. Alles wordt in het werk gesteld om veehouders en hun kuddes in te sluiten in zones voor economische ontwikkeling, maar dat is niet de oplossing.

Veehouders in Burkina Faso lijden onder een gebrek aan erkenning van hun manier van leven door de overheid. Het land waarop ze hun vee laten grazen is niet van hen en de aanwezigheid van gewapende groepen maakt hun verplaatsingen nog moeilijker. © Wouter Elsen

Dat brengt ons bij het tweede probleem, de universele uitdaging van landbezit. Alle familiale veehouders kampen met dit probleem, van Afrika tot Europa en Amerika. Het land is niet van hen, en dat is een groot probleem als de overheid geen beleid in hun voordeel uitwerkt of niet in infrastructuur investeert voor hen. In Burkina is er naast een hoge mate van verstedelijking ook een toename van het aantal landbouwers. Dit alles gaat ten koste van graasgebieden en rondtrekkende veehouders. De druk op het platteland neemt toe. De gebieden waar de veehouders vroeger naartoe trokken, worden nu ingenomen door huizen en zijn ontoegankelijk geworden voor de kuddes. Dit alles wordt nog verergerd door de onveiligheid, een andere grote uitdaging in de Sahel, want de aanwezigheid van gewapende groeperingen perkt hun mobiliteit nog verder in.”

Wat we vaak vergeten, is dat deze situatie ook bijdraagt aan de klimaatverandering.

“Klopt, want gebieden niet begrazen draagt juist bij aan de ontregeling van het klimaat. Na drie of vier jaar zonder begrazing regenereert de vegetatie niet meer. De bodem gaat dan voorgoed achteruit. En aangezien de vegetatie ook inwerkt op de regencyclus heeft dit ook gevolgen voor de regenval en het grondwaterpeil. Bovendien wordt stilstaand water al snel een broeihaard voor allerlei ziekten. Weilanden onbegraasd laten is dus een ramp voor het milieu, en uiteindelijk voor de gezondheid van ons allemaal. In de Sahel zijn er veel gebieden die niet meer benut worden: het gras droogt op, het land wordt braakliggend terrein. Dat is de keerzijde van de medaille.”

We hadden het al over onzekerheid. Veehouders raken gemarginaliseerd en worden gedwongen tot een carrièreswitch. Bestaat het risico dan niet dat zij zich aansluiten bij gewapende groeperingen?

“Als veehouders zich ergens moeten vestigen, hebben ze land nodig om hun vee te houden en gewassen te verbouwen. Maar dat land is van de boeren. Zelfs als die land afstaan, kunnen er conflicten ontstaan: als er geen omheining is, zullen de dieren immers de gewassen gaan opeten. Burenruzies kunnen dan snel uit de hand lopen, waarbij de veehouders gedwongen worden om te vertrekken … als ze al niet gedood worden. Gewapende groeperingen zijn zich bewust van deze situatie en maken er handig misbruik van om werkloze jongeren een doel te geven: wraak nemen. Zo raken jonge Fulbe geradicaliseerd. Een eenvoudig conflict kan escaleren en uitmonden in geweld. Alles draait om land.”

Wat doet Dierenartsen Zonder Grenzen om veehouders in dit soort situaties te ondersteunen?

“In Burkina Faso ondersteunen we de rondtrekkende veehouderij op verschillende manieren. Ten eerste proberen we conflicten te voorkomen door de mensen te sensibiliseren. We zetten plaatselijke vredescomités op, waarin jongeren en vrouwen uit alle sociale klassen samenkomen. Hun rol is om de rest van de gemeenschap bewust te maken van het belang van sociale cohesie en om te bemiddelen tussen veehouders en boeren. Ook gaan we met onze ‘vredeskaravaan’ van dorp tot dorp om mensen in dialoog te laten gaan met elkaar. Hierbij zijn lokale overheden, instanties en technische diensten betrokken. Wij willen hen meer inzicht geven in het ontstaan van conflicten en de gevolgen ervan en hen duidelijk maken hoe ze vermeden kunnen worden. Daarnaast wijzen we op de wet, en in het bijzonder wat die zegt over het beheer en gebruik van hulpbronnen, en welke sancties er bestaan. We voeren openhartige gesprekken en geven advies.

Om de samenwerking tussen veehouders en boeren te verbeteren, helpt Dierenartsen Zonder Grenzen gemeenschappen bij het opstellen van regels voor het gezamenlijk beheer van natuurlijke hulpbronnen, voornamelijk waterpunten. © Martin Demay

We bieden ook diensten aan op het vlak van bouwkunde en sociale bemiddeling. Het is de bedoeling om gemeenschappelijke hulpbronnen (van waterlopen, watertappunten en drinkplassen tot graaslanden) in kaart te brengen en om gemeenschappelijke regels op te stellen voor het gebruik en beheer ervan met alle belanghebbenden, namelijk de vee- en landbouwers. Deze regels worden vervolgens vastgelegd in landcharters die door iedereen nageleefd moeten worden.

Tot slot bouwen we ook faciliteiten om de toegang tot water te verbeteren en de routes veiliger te maken. Dat gaat dan van boorgaten maken en waterputten herstellen tot het markeren van paden voor kuddes. Om de regeneratie van graaslanden te vergemakkelijken, voeren we ook initiatieven uit met het oog op landherwinning.”

In Burkina Faso zijn meer dan twee miljoen mensen ontheemd geraakt door geweld en onveiligheid. Velen van hen zijn veehouders die alles kwijtgeraakt zijn en helemaal opnieuw moeten beginnen. Wat is de toegevoegde waarde van Dierenartsen Zonder Grenzen om deze bevolkingsgroepen te helpen?

In Burkina Faso vluchten veehouders in de eerste plaats voor aanvallen van gewapende groeperingen. Die komen aan in een dorp en stellen meteen een ultimatum: iedereen moet binnen 48 uur vertrekken. Dat leidt vaak tot chaos, want dan heb je vijftig tot zeventig gezinnen van telkens zes tot zeven personen die zich allemaal tegelijk verplaatsen. Meestal slagen ze erin om de sterkste dieren mee te nemen, en dan vooral kleinvee (schapen, geiten …), maar het grootvee blijft achter.

Door het geweld in de Sahel zijn veel Burkinese families die van hun vee leven genoodzaakt om te vluchten. In kader van humanitaire activiteiten zorgt Dierenartsen Zonder Grenzen voor hun vee en geeft hen de middelen om een nieuwe start te maken. © Martin Demay

Deze gezinnen en hun dieren komen vaak uitgeput aan op hun bestemming. Ze hebben dorst en zijn uitgehongerd. De dieren worden achtergelaten aan de rand van het toevluchtsoord om de woonzones niet te doorkruisen. De klassieke reflex bij humanitaire hulp is om eerst de mensen te helpen en dan pas de kuddes. Maar er moet snel gehandeld worden om niet al het vee te verliezen. Dat is cruciaal voor het herstel van de populaties, want deze dieren zijn broodnodig als productiekapitaal.

In dat opzicht kan Dierenartsen Zonder Grenzen toegevoegde waarde bieden als veeteeltspecialist. Al in de beginfase van de noodhulp kijken wij naar de behoeften van de dieren. Wij zien erop toe dat er voor de dieren gezorgd wordt, terwijl andere ngo’s de behoeften van de mensen nagaan. Vervolgens werken we samen met de veehouders om hun productiekapitaal weer op te bouwen, zodat ze hun productie kunnen hervatten en een duurzaam inkomen kunnen verdienen.”

Laten we tot slot nog even terugkomen op de rondtrekkende veehouderij: 2026 wordt het Internationaal Jaar van Graaslanden en Herders. Wat zijn de eisen van Dierenartsen Zonder Grenzen?

“Graaslanden zijn goed voor 54% van het aardoppervlak en voorzien in het levensonderhoud van meer dan 500 miljoen mensen. En toch zijn ze het meest bedreigde en minst beschermde ecosysteem ter wereld. Het overkoepelende doel van het Internationaal Jaar van Graaslanden en Herders is dan ook in de eerste plaats het belang van graaslanden en herders te erkennen.

In Burkina Faso zijn veel veehouders zich niet bewust van de wetten die in hun voordeel zijn. In veel gevallen worden ze niet toegepast. © Martin Demay

Specifiek voor Burkina Faso hebben we twee eisen. Enerzijds voeren we campagne voor de toepassing van wetten die de rondtrekkende veehouderij en graaslanden erkennen en beschermen tegen de dreiging van de agro-industrie. De wet op de rondtrekkende veehouderij erkent graaslanden als bedreigde gebieden die beschermd moeten worden en waarvan het gebruiksrecht toebehoort aan de herders. Maar vele veehouders zijn niet op de hoogte van deze wetten, die vaak niet nageleefd worden.

We vragen ook om meer investeringen in de ontwikkeling van graaslanden. Er zijn er steeds minder, terwijl de overheid juist zou moeten investeren in bodemherstel, dammen, waterputten, boorgaten, enzovoort. Op dit moment zijn vele faciliteiten in staat van verval. In september 2023 heeft Dierenartsen Zonder Grenzen in de provincie Yagha drie waterputten hersteld die volledig in onbruik waren geraakt. Het gebied is moeilijk toegankelijk wegens een blokkade, dus de bevolking is er erg geïsoleerd en kwetsbaar. Dankzij deze infrastructuur hebben de mensen hier opnieuw toegang tot drinkwater voor zichzelf en hun dieren. Dit soort investeringen hebben we nodig om de rondtrekkende veehouderij te redden.”