Op de veemarkt: lokale gewoontes en onderhandelingen

Blog, Nieuwsberichten

Die ‘local brew’ is een onrustwekkend fenomeen in mijn ogen. Het brouwsel wordt gemaakt in grote tonnen met enkele graansoorten (sorgum) en melk/water. Door het goedje te laten fermenteren, komt er een bepaald alcoholgehalte vrij. Dit drankje wordt al vanaf de vroege uurtjes geconsumeerd en in elk dorpje dat we passeren zien we wel ergens onder een boom een ton staan. Charles weet ons te vertellen dat sommige Oegandezen een hele dag overleven zonder te eten, zolang ze dit maar kunnen drinken. Zelfs kinderen drinken ervan en ook de baby’s krijgen al snel enkele druppels in hun mondje om de smaak te leren kennen. Vele mensen zijn al tegen de middag lichtjes (of zwaar) dronken door dit spul… In mijn ogen duidelijk een teken dat de armoede hoogtij viert.

Door veel onderweg te zijn, zijn we gewend geraakt aan twee woorden die de kinderen vaak roepen. In de dorpjes worden we namelijk met grote ogen aangestaard en noemen ze ons “Musungu!”. Dat betekent zo veel als “Blanke!”. Het is moeilijk om aan Charles en Tuwa uit te leggen dat dit soort uitlatingen in België beschouwd zouden worden als racisme en dat je er zelfs voor beboet kan worden. Stel je voor dat wij op straat “Zwarte!” zouden roepen als we een donkere medemens tegenkomen…

De andere term die we vaak te horen krijgen, is “Dodoooo!”. De jonge herders van de geiten en schapen roepen dit op de eenzame wegen die van dorp naar dorp slingeren. Het betekent “Leeg flesje!”. Ze vullen flesjes met melk van hun vee om nadien te verkopen. Dus als we lege flesjes hebben, gooien we die uit het raam (nog iets dat we in België niet mogen). We moeten wel opletten dat er achter ons geen andere wagen rijdt, want de kinderen stuiven de weg op als ze zien dat er wat gegooid wordt. Ze zouden zomaar overreden kunnen worden…

Onderhandelen op de veemarkt

Nog voor we het terrein van de eigenlijke markt bereiken, zien we dat er al duchtig onderhandeld wordt. De markt zelf is een drukte van jewelste, een echt mierennest. Vooral bij de geitjes valt het me op dat een flink aantal niet helemaal gezond is. Ik zie veel neusvloei en hoor veel gehoest. Ik hoop dat potentiële kopers voldoende kennis hebben. Want zulke geiten kopen, zou een slechte zet zijn. Ook hier draagt Dierenartsen Zonder Grenzen zijn steentje bij. Door de leden van de spaarkassen een zakenopleiding te geven, zijn ze beter in staat in te schatten welke dieren van goede waarde zijn.

In het midden van de menigte zien we plots een van de kraalleden die we gisteren bezocht hebben. Hij valt me op omdat ik eerder al een beetje gefascineerd was door zijn blik en een mooie foto van hem had kunnen nemen. Hij was gisteren, in tegenstelling tot vele andere kraalleden, erg stil en peinzend. Vandaag is hij ontspannen en al snel wordt duidelijk hoe dat komt. Nadat we gisteren de kraal achter ons hadden gelaten, werd er een tweede geit geslacht en de lezing van deze geit was zeer geruststellend. Blijkbaar heeft dat hem vrolijker gestemd.

Zonsondergang in Kidepo

De rest van de dag brengt ons na een hobbelige autorit, een heet bezoek aan een groep dierenverzorgers en een bord met rijst en smakeloze bonen tot in het natuurreservaat van Kidepo. Vlak nadat we de ingangspoort zijn gepasseerd, worden we getrakteerd op prachtige landschappen en kuddes van buffalo’s en zebra’s. Ook Pumba, het wrattenzwijn, komt een kijkje nemen. Onze banda’s (mooie ronde hutjes waarin we zullen slapen) bevinden zich op een iets hoger gelegen plateau waardoor we kunnen genieten van een magnifiek uitzicht. Een hele troep apen en ook enkele zebra’s komen geïnteresseerd over het grasveldje voor de banda’s gelopen. Indrukwekkend om hen zo in hun eigen habitat te zien.

De rit heeft ons allemaal een beetje vermoeid, dus we zien het niet echt zitten om nog een avondritje door het park te maken. In plaats daarvan maak ik tijdens de valavond een klein ommetje op het terrein en de zonsondergang  doet weer erg haar best om ons tevreden te stellen. Ik wandel een stukje met Tuwa en merk dat ook hij veel te vertellen heeft. Stille waters hebben nu eenmaal diepe gronden. Het is een ongelooflijke man. Hij combineert zijn werk als chauffeur bij Dierenartsen Zonder Grenzen met het uitbaten van twee kleine garages. Dat doet hij allemaal voor zijn twee dochters. Op deze manier kan hij het privé-internaat in Kampala betalen, want hij wil zijn kinderen een zo goed mogelijke opleiding geven.

We trakteren onszelf op een lekkere Nile Special bij het kampvuur en kruipen op tijd onder ons muskietennet. De safari start morgen om 6:30!

Inge Jansen