Melk, een motor van verandering in de DR Congo

Nieuwsberichten

“Ik verkoop al koeienmelk sinds 2007, maar toen verdienden we niet veel aan onze productie omdat we niet over de juiste apparatuur beschikten. Wat we verkochten was alleen voor voedsel, niets meer. Vandaag spaar ik een deel van mijn inkomen en met de rest kan ik mijn kinderen naar school sturen. Ik kan eindelijk hun toekomst met een gerust hart tegemoet zien”, vertrouwde Noëlla Shabani, 30 jaar en moeder van 7 kinderen, ons toe tijdens onze ontmoeting in de coöperatie COOPALU in Luvungi.

Haar ervaring bewijst het: in Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo, groeit de zuivelindustrie. Sinds enkele jaren steunen wij daar zuivelcoöperaties met essentieel materiaal en opleidingen. In deze onveilige en instabiele regio is melk een toegankelijke bron van eiwitten voor de bevolking. Bovendien is het ook een belangrijke bron van inkomsten met een economisch potentieel dat verder moet benut worden.

Meer en betere melk

Ook de COGEATU-coöperatie, eveneens in Luvungi, kreeg onze steun in 2019. De coöperanten werden uitgerust met aluminium kannen om de melk op te vangen, een gasfornuis om de melk te bereiden en zelfs een zonnepaneel en een koelkast om de melkproducten te bewaren. Hun voorzitter, Thomas Kabuya Batachoka (61), getuigt van de veranderingen die hij sindsdien heeft gezien:

“Ik werk al jaren in de zuivelindustrie, en we verloren vaak veel melk na het ophalen. In die tijd gebruikten we kleine potjes boven een houtvuur om de melk te bereiden. Het duurde lang en de melk had een rookgeur,” legt hij uit. “Met de nieuwe apparatuur produceren we niet alleen meer melk, maar de melk is ook van betere kwaliteit. Zelfs de klanten merken dit en geven ons positieve feedback. Bovendien is de vraag zo groot dat ik melk tot in Bukavu verkoop.”

Gezondheid en hygiëne, essentieel voor een goede productie

De coöperanten zijn niet de enigen die positieve veranderingen in het gebied opmerken. De boeren zien ook een verbetering van de gezondheid van hun veestapel, dankzij de diensten van de 220 dierengezondheidswerkers die wij in het gebied hebben geïnstalleerd. Charline Nabintu, 25 jaar, werd door haar gemeenschap uitgekozen om deze professionele kans aan te grijpen: “Ik heb altijd veel tijd besteed aan het verzorgen van de koeien van mijn vader, maar ik had geen opleiding. Dankzij Dierenartsen Zonder Grenzen werd ik opgeleid en kreeg ik materiaal om mijn zaak op te starten: een fiets om me in het dorp te verplaatsen, een sproeier en medicijnen. ”

Uwimana Byamungu, een lokale boer, waardeert deze nieuwe diensten: “Sinds de dierengezondheidswerkers regelmatig komen om het vee te controleren, groeien onze koeien gezond op. En als ze ziek worden, weten we wie we moeten bellen.” Net als andere boeren in het gebied is Uwimana nu ook bewust van het belang van hygiëne tijdens het melken: “Vroeger molken we in jerrycans zonder ons zorgen te maken over de hygiëne. Nu gebruiken de ophalers speciale kannen om de melk op te vangen. We zijn nu een pak strenger op vlak van hygiëne. We beginnen met het wassen van onze handen en we wassen ook onze containers. Ik ben veel voorzichtiger en ik vind geen haren of ander vuil meer in de melk.”

Steun de lokale melkproductie in Oost-Congo

Doe een gift en help ons de lokale melkindustrie in de Democratische Republiek Congo te ontwikkelen. Met uw geld kunnen we andere coöperaties zoals die van Noëlla en Thomas steunen, meer dierengezondheidswerkers opleiden en nog meer Congolese boeren bewust maken.