‘Kippen zijn rondlopend geld voor ons’

Nieuwsberichten

Douko Kané is de voorzitster van de vrouwengroepering in Yélékébougou, op 35 kilometer van Bamako. ‘Onze associatie bestond al voor Dierenartsen Zonder Grenzen ons ondersteunde, maar eerlijk gezegd stelde ze niet veel voor. Dankzij jullie ontvingen we niet alleen kippen, we leerden ook hoe nuttig wekelijkse vergaderingen zijn om ideeën en ervaringen uit te wisselen.’

Voederbakken

Kané is een van de tien vrouwen uit het dorp die kippen ontving. ‘En tegelijkertijd kreeg ik een opleiding over dierenverzorging en hoe een kippenren er het best uitziet. Want dankzij Dierenartsen Zonder Grenzen weet ik nu dat het helemaal niet goed is om kippen zomaar van de grond te laten eten. Zo pikken ze de uitwerpselen van andere dieren op waardoor ze ziek kunnen worden. Om dat te voorkomen gieten we hun voedsel voortaan in specifieke voederbakken.’

‘Maar de beste manier om te vermijden dat de dieren sterven is vaccineren. Aanvankelijk dachten we dat die spuitjes niet zo belangrijk waren, maar sinds we onze kippen consequent vaccineren, zijn er amper nog sterfgevallen.’ Een cruciaal element voor Kané en haar dorpsgenoten, want de kippen zijn niet alleen een bron van voedsel. ‘Ze zijn rondlopend geld voor ons. Als iemand ziek is of we hebben schoolboeken nodig voor de kinderen, dan nemen we een kip en verkopen we het dier op de markt. Met dat geld kunnen we onmiddellijk schoolgerief of medicamenten kopen.’

Mannen beschouwen kippen als minderwaardig

‘Het succes van het kweken van kippen zit hem in meerder factoren, legt de lokale ngo ICD, waarmee Dierenartsen Zonder Grenzen samenwerkt, uit. ‘Enerzijds hebben de dieren niet veel water, ruimte en voedsel nodig. Anderzijds beschouwen veel mannen de dieren als minderwaardig, dus hebben ze er geen probleem mee dat de vrouwen die taak op zich nemen.’

Al zien de vrouwen uit Yélékébougou dat anders. ‘Voilà, we hebben bewezen dat we kunnen zorgen voor de kleine diertjes, nu is het tijd voor het grote werk. Laat de koeien maar komen’, klinkt het al lachend.