Filosofische bespiegelingen aan het Kivumeer

Blog, Nieuwsberichten

Wij Europeanen zijn sinds zo’n 3.000 jaar bezig om onze manier van denken en leven op te bouwen. We vragen hulp aan de Joodse denkers, aan een paar verlichte moslims uit de 13de eeuw, en met mensen zoals Aristoteles, Plotinus, Augustinus, Montesquieu, Descartes, Voltaire, Newton, Kant en Leibniz gaan we vooruit. We redeneren doelgericht, we leiden af, we organiseren, we baseren ons op wetten die we hebben vastgelegd, we objectiveren en we zijn rationeel. Iets bestaat maar als we er de identiteit van hebben vastgelegd. In onze manier van omgaan met elkaar hebben we ethische beginselen uitgevonden. We hebben het principe van de schuld uitgevonden. Het hele economische systeem is daarop gestoeld: wie een schuld heeft omdat hij iets van een ander verworven heeft (gekocht, geleend, gestolen,…), die moet ervoor betalen. There is no such thing as a free meal.

Maar hier in Afrika doet men niet aan afleiden. Men redeneert, volgens de Afrikaanse filosoof Mbembe, in termen van relatie, van verhouding tegenover de dingen, van knopen in een situatie en de ontwikkelingen die zich daaruit kunnen vormen.

Ze leren ons ook dat de dieren er zijn voor ons en wij voor hen.

De Europeanen hebben de wereld zodanig geanalyseerd en geobjectiveerd dat we de afstand tussen onszelf en de wereld vergroot hebben. We zijn de natuur danig ontgroeid, mede omdat er een verlicht schrijver ooit God liet zeggen dat we meester van de schepping waren, dat we er mee mochten doen wat we wilden.

Als we hier met de begunstigden van het kleinveeprogramma of met onze Afrikaanse vrienden op stap gaan en zien hoe zij omgaan met de natuur, dan begint toch wel het begrip te groeien dat het mogelijk is de wereld anders te organiseren. En ons op een andere manier tot Afrika te verhouden.

We zien hoe mensen hier omgaan met de vruchten die ze plukken van een guaveboom, hoe ze ons meenemen om één enkele aap op een vergeten eiland in het Kivumeer op te zoeken, om een kolonie vleermuizen te bezoeken, om gewoon in het landschap, de overweldigende natuur binnen te stappen en ons te laten voelen hoezeer wij allen deel uitmaken van al wat leeft. Ze leren ons ook dat de dieren er zijn voor ons en wij voor hen.

Er is natuurlijk heel wat verbrod, hier. Na de kolonisten zijn de lokale machthebbers gekomen, en ze hebben voor geld en gunsten hun land en hun volk aan de grootschalige industrie verpatst. De corruptie tiert welig en armoede is het lot van de meesten. Dat is een vaststelling. Maar Dierenartsen Zonder Grenzen heeft begrepen dat we de wereld niet in één keer optimaal kunnen maken, dat we actie moeten ondernemen om van onderuit een harmonie tussen de wereld en de mens te herstellen.

Francis De Beir