Eerste contacten in Niger

Blog, Nieuwsberichten

Het blijft verbazen. Ook al is dit niet het eerste Afrikaanse land dat ik bezoek, Niger is toch net dat beetje anders. Misschien ligt dit aan het feit dat het land als voorlaatste geplaatst is volgens de Human Development Index van 2016. Maar liefst 75 procent (!) van de bevolking is analfabeet… Wat alvast niet anders is, zijn de goedlachse Afrikanen, de gezellige drukte in de straten, de auto’s, brommers, mensen met karren met ezels die elkaar langs alle kanten passeren, de kraampjes die elke ochtend als paddestoelen uit de grond lijken te rijzen en de groepjes mensen die gezeten in het stof lijken te wachten op Goddot.

Na een dag acclimatiseren was het tijd voor ons, de ambassadeurs van Dierenartsen Zonder Grenzen, om erin te vliegen. Op het programma stond vooral overleg om ons bezoek te kunnen kaderen.

Conflicten voorkomen tussen de rondtrekkende veehouders en de landbouwers met akkers gelegen langs de corridors (waar de kuddes passeren), is een belangrijk werkpunt van Dierenartsen Zonder Grenzen in Niger. Maar daarnaast is Dierenartsen Zonder Grenzen in Niger nog op vele andere vlakken actief (veel meer dan we binnen de geplande twee uur konden bespreken, zo bleek).  Ook de emancipatie van vrouwen, staat bijvoorbeeld hoog op de agenda (maar daarover later meer). 

Tekort aan bekwame dierenartsen

Een knelpunt dat zowel Dierenartsen Zonder Grenzen, als de Orde der Dierenartsen aanhaalde, is het schrijnend tekort aan (bekwame) praktijkdierenartsen in Niger. Er zijn namelijk minder dan 200 dierenartsen, waarvan er slechts 40 als praktijkdierenarts werkzaam zijn. En dat op een oppervlakte zo groot als twee keer Frankrijk! De Orde onderneemt echter stappen om praktijkdierenartsen te ondersteunen door verdere opleidingen te geven; alleen is nog de vraag wie dat zal betalen.

Mogelijkheden zijn er alvast wel om ‘evidence based medicine’ toe te passen. Getuige daarvan is Labocel, een ruim labo, inclusief meerdere PCR-toestellen, waar diagnostiek kan worden gedaan. Kán worden gedaan… Het ter plaatse krijgen van monsters is immers geen evidentie, ook al moeten de veehouders de analyses meestal niet betalen. Nog in dat labo worden vaccins geproduceerd (peste des petits ruminants, Newcastle,…). Het lijkt alvast een goede locatie om het labo-materiaal dat ik vanuit  Melkcontrole Centrum Vlaanderen (MCC) mocht meenemen af te geven. Binnenkort hoopt men immers de activiteiten uit te breiden en ook voedingsmiddelen, waaronder melk, te controleren.

Karlien Supré