Belgische en Afrikaanse ngo’s solidair met Europese melkproducenten

Nieuwsberichten

De Europese melkboeren trekken opnieuw aan de alarmbel. Voor de derde keer sinds 2009 worden ze geconfronteerd met bijzonder lage prijzen. Ze hebben de keuze tussen verkopen met verlies of stoppen met melk te produceren.

Naast het Russische embargo is vooral het Europese zuivelbeleid – georganiseerd door de Europese Commissie – verantwoordelijk. De crisis is namelijk een rechtstreeks gevolg van het besluit om de regulerende maatregelen op de zuivelmarkt (voornamelijk de melkquota) achterwege te laten, en in te zetten op de exportmarkten. Deze maatregelen hebben geleid tot een aanzienlijke stijging van de melkproductie in Europa, net zoals in andere belangrijke exportlanden. In deze context van hevige internationale concurrentie, handhaaft Europa haar beleid om meer te produceren voor een lagere prijs. Deze groei in overproductie van een paar procent (2% in één jaar) doet de melkprijzen en dus de inkomsten ineenstorten tot een niveau dat geen enkele andere sector zou aanvaarden (In België -25% in één jaar). Het ware doel van de Commissie van het vrijmaken van de melkmarkt is om de zuivelproductie te concentreren in de meest competitieve melkbedrijven zodat deze grondstoffen kunnen leveren aan zuivelfabrieken en aan de melkverwerkende industrie tegen heel lage prijzen. Europese burgers willen dit niet. Door in te zetten op industriële productie worden zowel de familiale landbouw, als de werkgelegenheid in de landbouw en het milieu bedreigd in Europa en in het Zuiden.

De melkcrisis is het gevolg van een Europees beleid dat gericht is op de export en dat aan melkerijen hypothetische winstgevende zuivelmarkten in China of Afrika – de favoriete bestemmingen van de Europese export – voorspiegelt. Volgens schattingen van de Europese Commissie, is de export van melkpoeder verviervoudigd sinds de crisis van 2009: van 176.000 ton in 2008 naar 646.000 ton in 2014, maar wel aan melkprijzen bij de boer die zijn productiekosten niet dekken. Afrika blijft de favoriete bestemming van deze export en België blijft een van de belangrijkste Europese exporterende landen. Het Europese landbouwbeleid en handelsovereenkomsten – zoals de Economic Partnership Agreements (EPA’s) tussen de EU en de landen van Afrika, Caraïben en Stille Oceaan –  moeten deze goedkope export bevorderen. Dit staat een sterke lokale zuivelsector in de weg en  druist in tegen de pogingen van Afrikaanse boeren – gesteund door de Belgische en Europese ontwikkelingssamenwerking – om Afrika te voeden.

Wij steunen de eisen van de Europese melkboeren die loon naar werken vragen door het beheersen van de productie op een niveau dat overeenkomt met de Europese behoeften.

Net als in 2009 ondersteunen wij de vraag om de productie te verminderen om zo de talrijke familiale landbouwbedrijven te vrijwaren en de groei van de melkketens in Afrika mogelijk te maken.

Wij stellen het idee in vraag van ongebreidelde groei en mechanisering als oplossing voor de crisis. Steeds maar inzetten op groei vormt een bedreiging voor andere producenten en leidt tot concentratie van de productie: in 35 jaar heeft België twee derde van zijn landbouwbedrijven verloren. Dit soort “ontwikkeling” is voorbijgestreefd want het is een oplossing van de vorige eeuw die de uitdagingen voor milieu, mens en klimaat negeert.

De volatiliteit en onderwaardering van de melkprijzen zijn niet onvermijdelijk maar zijn het resultaat van politieke keuzes. Een ander beleid is mogelijk en samen met boerenorganisaties uit het Zuiden, steunen wij de voorstellen voor regelgeving van de markt, zoals gevraagd door de melkboeren van de European Milk Board.

Waar nood aan is, is aan solidariteit tussen boeren, tussen landen, tussen boeren en consumenten. Het gaat om een regulering van de productie om rechtvaardige prijzen te garanderen, om een ​​duurzame, gediversifieerde productie te behouden die het mogelijk maakt dat elke regio in de wereld zijn eigen landbouw ontwikkelt, met respect voor het recht op voedsel en voor voedselsoevereiniteit. Zal de consument hiervoor betalen? Zeker minder dan de schade die het lage kosten – beleid berokkent aan onze bevolking en in het bijzonder aan de landbouwers en veehouders wereldwijd.

Oxfam-Solidariteit, Dierenartsen zonder Grenzen, FIAN-Belgium, Broederlijk Delen, CNCD-11.11.11, SOS-Faim, Entraide et Fraternité, Aide au Développement Gembloux (ADG), Voedselteams, Solidaris (Mutualité Socialiste), Geloof en Rechtvaardigheid Europa-Africa netwerk – Belgische antenne

De oproep wordt ook ondersteund door Afrikaanse boerenorganisaties en ngo’s:

Réseau des Organisations d’Eleveurs Pasteurs du Sahel ”Billital Maroobé’ (RMB), Association pour la promotion de l’élevage au Sahel et en savane (APESS), Conseil National de Concertation et de Coopération des Ruraux (CNCR) du Sénégal, Coordination Nationale des Organisations Paysannes du Mali (CNOP), Plateforme Nationale des Organisations Paysannes et des Producteurs Agricoles du Bénin (PNOPPA), Plateforme Paysanne du Niger (PFPN), Confédération Paysanne du Faso (CPF), Burkina Faso, Association pour la redynamisation de l’élevage au Niger (AREN), Union Nationale des Mini-laiteries et des Producteurs de lait du Burkina Faso (UMPL-B), Conseil des Organisations Non Gouvernementales d’Appui au Développement (CONGAD) – Sénégal, Réseau Africain pour le Droit à l’Alimentation (RAPDA) – Sénégal, Organisation des Jeunesses Panafricaines – Sénégal, La Panafricaine pour l’Education au Développement – Sénégal, Forum Social Sénégalais, Union pour la Solidarité et l’Entraide (USE) – Sénégal