België versus Burkina Faso

Blog, Nieuwsberichten

“Katten en honden verzorgen, zijn er geen belangrijke noden in Afrika?”, was een reactie die ik vaak te horen kreeg toen ik in België vertelde dat ik in Burkina Faso voor de ngo Dierenartsen Zonder Grenzen zou gaan werken. Keer op keer antwoordde ik: “We helpen in de eerste plaats mensen, personen zoals veetelers, die afhankelijk zijn van hun dieren om te overleven. Door een diergeneeskundig netwerk uit te bouwen in afgelegen gebieden in Afrika, gaan we de strijd aan tegen honger en armoede.”

De veestapel in Burkina Faso is dan ook indrukwekkend: 9 miljoen runderen, 8 miljoen schapen, 12 miljoen geiten… Meer dan 85 procent van de gezinnen haalt minstens een deel van zijn inkomen uit veeteelt. “De dierenarts die ervoor zorgde dat mijn zieke geit bleef leven, redde niet alleen het leven van een dier. Hij zorgde ervoor dat ik mijn bron van inkomsten niet verloor”, vertelt Missa Dicko in Ouahigouya. “De dierenarts als held?”, probeer ik. “Zover zou ik nu ook weer niet gaan”, lacht Missa. “Tot slot van rekening is het zijn werk he”, voegt ze er nuchter aan toe. “Maar wel héél belangrijk werk.”

Economische waarde

In heel Burkina Faso zijn er slechts 102 dierenartsen aan de slag, een groot verschil met België. Ons klein landje telt ongeveer 5.000 dierenartsen. De verschillen tussen de Belgische en de Burkinese dierengeneeskunde beginnen al bij de opleiding. De enige veterinaire school hier in de regio bevindt zich in Dakar, Senegal. Burkinezen die dierenarts willen worden, zijn dus sowieso genoodzaakt om naar het buitenland te trekken. En ook wat gender betreft is er een groot verschil. Daar waar in België overwegend vrouwen voor de studie dierengeneeskunde kiezen, is dat in West-Afrika omgekeerd en zijn vrouwelijke dierenartsen sterk in de minderheid.

In België heeft meer dan één op vier gezinnen een kat of hond als gezelschapsdier, in Burkina daarentegen hebben dieren voornamelijk een economische waarde. Een bezoek aan de wekelijkse beestenmarkt in Fada n’Gourma (het oosten van Burkina Faso) bevestigt dat onmiddellijk. Er heerst een drukte van jewelste en de onderhandelingen over de prijs zijn vaak bikkelhard. Het is duidelijk dé ontmoetingsplek bij uitstek, voor mannen alleszins. Vrouwen nemen geen deel aan de verkoop of onderhandelingen, maar verkopen groenten en fruit bij de ingang van de markt.

Melkpoeder

Hoewel Burkina Faso meer dan drie keer zoveel koeien telt dan België, is het niet evident om in de hoofdstad Ouagadougou lokale melk te kopen. De gemiddelde Burkinese koe geeft dan ook maar 2 tot 3 liter melk per dag (haar Belgische collega tot 25 liter). Deze lage productie is onder meer te verklaren door het gebrek aan voedsel en drinken voor de beesten en de beperkte veterinaire diensten. Maar het probleem ligt hem niet alleen bij de productie, ook transport én bewaring vormen een grote hindernis. Niet overal zijn koelwagens of koelkasten voorhanden en op plekken waar die laatste wel te vinden zijn, strooien stroomonderbrekingen vaak roet in het eten. Gelukkig maakt zonne-energie stillaan zijn opmars in Burkina Faso. En de mini-melkerijen die Dierenartsen Zonder Grenzen ondersteunt in Dori, in het noorden van Burkina Faso, zijn uitgerust met zonnepanelen.

Maar de melk verwerkt in deze mini-melkerijen moet opboksen tegen de concurrentie van goedkopere geïmporteerde melk én melkpoeder. Jaarlijks importeert Burkina Faso ongeveer 40 miljoen liter melk, ter waarde van 6 tot 10 miljard CFA ( 9 miljoen tot 15 miljoen euro). Deze geïmporteerde melk is goed voor 90 procent van de totale melkconsumptie in Burkina Faso.

Echter voor de peul-herders, een nomadisch volk in de Sahel, is melk meer dan een noodzakelijk voedingselement of een handelsmiddel, melk heeft een belangrijke culturele waarde. Alleen al hun woord voor melk “Kossam”, bewijst dat. Het betekent letterlijk: “Het beste wat er bestaat.”

Annelies Van Erp