2014 in het teken van de familiale landbouw

Nieuwsberichten

Niet alleen landbouw

Familiale landbouw is een breed concept. Wie over familiale landbouw spreekt, heeft het over boeren, veehouders en vissers, maar bijvoorbeeld ook over rondtrekkende veehouders en landloze boeren. Wat al deze mensen bindt, is de fundamentele link tussen de familie en hun economische activiteit. De familie beheert de boerderij en het dagelijkse werk wordt hoofdzakelijk door familieleden (zowel mannen als vrouwen) uitgevoerd. Die relatie heeft een invloed op hoe beslissingen genomen worden, op het beheer van het bedrijf en op de organisatie van het werk. Bovendien wordt de boerderij vaak aan de volgende generatie doorgegeven.

Overal ter wereld

Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn er over de hele wereld meer dan 500 miljoen familiale landbouwbedrijven. Familiale landbouw is daarmee dé belangrijkste manier om voedsel te produceren. Maar hoe ziet dat er nu in de praktijk uit, die familiale landbouw? Overal anders, zo blijkt.

Op kleine schaal

In ontwikkelingslanden doet het grootste deel van de boeren aan familiale landbouw op kleine schaal. Deze kleine boerderijen of kuddes worden gerund door een boer, een koppel, een gezin of een coöperatieve. De boer is er zowel eigenaar, werkkracht als beslissingsnemer. Zijn ervaring en zijn kennis over de planten- of dierenrassen en de omgeving zijn van essentieel belang. Die kennis is van onschatbare waarde, want ze wordt van generatie op generatie doorgegeven.

Op grote schaal

Maar familiale landbouw is niet altijd kleinschalig. Denk maar aan een Vlaamse familie die eigenhandig een melkveebedrijf met honderden koeien bestiert. Ook in het Zuiden gebeurt familiale landbouw en veeteelt soms op grotere schaal. Zo kunnen de kuddes van rondtrekkende veehouders erg omvangrijk zijn. Het vee is immers het kapitaal van de familie.

Overleven op het platteland 

Toch blijft de situatie op het platteland in het Zuiden schrijnend. Miljoenen gezinnen van boeren en veehouders lijden honger, ook al produceren ze zelf voedsel.

“Vandaag lijden nog steeds 840 miljoen mensen honger,” zegt Helena Semedo van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Meer dan 70% woont in landelijke gebieden in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Velen van hen zijn familiale landbouwers, met vooral kleinschalige bedrijfjes.

Speelbal van het klimaat 

Miljoenen gezinnen in het Zuiden zijn voor hun inkomen afhankelijkheid van landbouw of veeteelt. Maar de gronden brengen vaak weinig op en zijn vatbaar voor droogte of overstromingen. Daardoor zijn deze gezinnen erg kwetsbaar. Bovendien lijden ze onder de slechte toegang tot de natuurlijke bronnen, is er een gebrek aan technologie en is het beleid niet aan hun situatie aangepast. Dat moet veranderen.

Honger en armoede uitbannen

Met het Internationale jaar van de familiale landbouw willen de VN en de Europese Unie de cruciale rol van deze vorm van landbouw beter bekend maken. Familiale landbouw en veeteelt op kleine schaal draagt immers bij aan het uitroeien van honger en het verminderen van armoede in ontwikkelingslanden. De gezinnen krijgen dankzij hun boerderij en hun grond structurele toegang tot voldoende en gezond voedsel.

Familiale landbouw werkt

  • Familiale landbouw zorgt voor werk ter plaatse, waardoor minder mensen naar de steden trekken.
  • Arme gezinnen op het platteland kunnen er hun inkomen mee verhogen en zo een menswaardig leven leiden.
  • Een lokale stijging van het inkomen zorgt op langere termijn voor meer investeringen ter plaatse. Die stimuleren op hun beurt de economie op het platteland.
  • Ook sociaal en cultureel is familiale landbouw belangrijk. De keuze voor traditionele producten en lokale rassen en gewassen is bovendien goed voor het behoud van de biodiversiteit.

De vrouw als sleutelfiguur

Vrouwen spelen een erg belangrijke rol in de landbouwsector in ontwikkelingslanden. De FAO schat dat 43% van de boeren en veehouders vrouwen zijn. UN Women schat dat aantal zelfs tussen 60 en 80%. Toch krijgen vrouwen in vele Afrikaanse landen nog steeds niet de kans om zich sociaal en economisch te ontplooien.

Door culturele tradities en sociale structuren worden vrouwen vaker getroffen door honger en armoede dan mannen. Ze zijn nochtans van onschatbare waarde voor de lokale economie en het gezin. Een beleid dat familiale landbouw ondersteunt, moet daar rekening mee houden.

Voedsel voor iedereen

Dierenartsen Zonder Grenzen pleit al jaren voor meer aandacht voor de kleinschalige veeteelt en eist een beleid dat beter afgestemd is op de noden van deze veehouders. Zo willen we honger en armoede bestrijden. Iedereen heeft recht op gezond voedsel dat aansluit bij zijn of haar cultuur. Dat voedsel moet bovendien op een ecologische en duurzame manier geproduceerd worden. Om dat mogelijk te maken, moet elk land zelf kunnen bepalen hoe het zijn voedsel- en landbouwsysteem organiseert. Dat noemen we voedselsoevereiniteit. Veeteelt speelt hier een belangrijke rol.

Duurzaam alternatief

De industriële landbouw is de speelbal geworden van speculanten en slaagt er niet in om de wereld te voeden. Kleinschalige veeteelt is een stuk duurzamer dan zijn geïndustrialiseerde tegenhanger: hij is minder vervuilend voor de natuur en kan zich beter aanpassen aan de klimaatverandering.

Er is dus een alternatief voor de huidige situatie. Daarom wil Dierenartsen Zonder Grenzen tijdens dit internationale jaar van de familiale landbouw mee het beleid beïnvloeden in het voordeel van de familiale landbouw.

> Lees hier onze policy brief over het belang en de voordelen van familiale veeteeltsystemen