Podcast: in gesprek met Pablo Tittonell, expert in agro-ecologie

Nieuwsberichten, Mediatheek, Mediatheek, Mediatheek, Nieuwsberichten, Nieuwsberichten

Steeds vaker worden we geconfronteerd met crisissen die ons allen treffen, waar ook ter wereld. Het beste voorbeeld is de klimaatverandering, waarvan we nu al enkele decennia getuige zijn. Maar ook de toenemende verspreiding van zoönosen – infecties die van dier op mens overspringen – deden de laatste jaren heel wat alarmbellen rinkelen. COVID-19 liet ons allen zien tot wat het kan leiden wanneer een lokale zoönose uitgroeit tot een wereldwijde pandemie. Er wordt niet langer aan getwijfeld dat onder meer ons globale voedselsysteem aan de basis hiervan ligt.

Lege winkelrekken en pandemieën: biedt agro-ecologie een antwoord?

We staan vandaag voor wereldwijde uitdagingen en zijn daarom op zoek naar holistische oplossingen. Hoe verzekeren we toegang tot een gevarieerd en gezond dieet voor iedereen? Hoe kunnen we volgende pandemieën voorkomen? En biedt agro-ecologie een antwoord? Dirk Holemans, coördinator van Oikos, vroeg het aan professor Pablo Tittonell, professor agro-ecologie en leerstoelhouder ‘Veerkrachtige agrarische landschappen voor natuur en mens’ aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Beluister het volledige gesprek via onze allereerste podcast (in het Engels).

In gesprek met Pablo Tittonell – de podcast

Holemans: “Je hoort vaak het argument dat agro-ecologie de wereld niet kan voeden. De dominante visie is nog steeds agro-industrie. Hoe reageer je daarop?”

Tittonell: “De Wereldgezondheidsorganisatie berekent voedselzekerheid op basis van de graanproductie. Graan beslaat namelijk 80% van de calorieën die wij eten, zij het direct als graanproducten of omgezet in vlees en zuivel. Alle hoogproductieve landen samen, waaronder vele West-Europese landen, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Emiraten enz. vertegenwoordigen echter slechts 25% van de wereldproductie. Zij voeden de wereld dus niet. De armste landen waar de opbrengsten het laagst zijn, staan samen in voor ongeveer 30% van de wereldproductie, maar de bevolking neemt er snel toe. Wij moeten meer produceren op de plaatsen waar voedsel nodig is. Niet in België dus, maar vooral in landen zoals deze waar jullie met Dierenartsen Zonder Grenzen actief zijn.”

Holemans: “Is agro-ecologie volgens u het beste model? Ik me kan voorstellen dat grote bedrijven zullen zeggen: gebruik ons model, onze kunstmest, bestrijdingsmiddelen, GGO’s. Succes gegarandeerd!”

Tittonell: “Wel, dat succes is niet gegarandeerd. In landen als Argentinië wordt 10 keer meer voedsel geproduceerd dan de bevolking nodig heeft, en toch is het niet in staat zichzelf te voeden. Voedselproductie is niet hetzelfde als voedselzekerheid. Ook de beschikbaarheid en toegang tot betaalbaar en gezond voedsel spelen een rol. Daarnaast kampen vele boeren met psychologische problemen. Ze zitten levenslang in de schulden. Geen wonder dat ze geen opvolgers vinden. Het is een model in crisis, dat subsidies nodig heeft om overeind te blijven. We hebben een ander systeem nodig, en het meestbelovende model is agro-ecologie.”

Holemans: “De laatste IPCC-rapporten onderstrepen de bijdrage van veeteelt aan de uitstoot van broeikasgassen en dringen daarom aan om over te schakelen op een meer plantaardig dieet. Maar vele extensieve veehouderijsystemen in het Zuiden zijn vaak gunstig voor het behoud van de biodiversiteit en in de strijd tegen de klimaatverandering. Hoe valt dit te rijmen?”

Tittonell: “Landen met een overmatige vleesconsumptie zoals vele Europese landen, Argentinië en de Verenigde Staten hebben bijna een morele verplichting om die naar beneden te brengen. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt een inname van 90 gram vlees per dag aan. Als we onze gemiddelde vleesconsumptie verlagen tot het aanbevolen niveau kunnen we een enorme impact hebben op de afkoeling van de planeet. En die hoeveelheid vlees kunnen wij produceren op gras, zonder agro-industriële landbouw. Dan hebben we het over 20% van wat we nu produceren. Dit is reeds een realiteit in vele landen in het Zuiden, waar het vee ook een belangrijke functie vervult in het ecosysteem. Als we vee dus op de juiste manier inzetten, kunnen we met de hoeveelheid koolstof die grassen in de bodem opslaan, de uitstoot van broeikasgassen compenseren. Wanneer we ons dieet, de hoeveelheid vee en ecosystemen in balans weten te brengen, kunnen we bijna koolstofneutraal zijn.”

Holemans: “Daarnaast zijn we ook getuige van een nieuwe realiteit, de COVID-19-crisis en het steeds vaker ontstaan van zoönosen. Het is duidelijk dat het kappen van bossen en het vernietigen van ecosystemen de kans op zoönosen als COVID-19 en ebola vergroot. Welk antwoord biedt agro-ecologie hierop?”

Tittonell: “Ons voedselsysteem staat op een kruispunt. De klimaat- en biodiversiteitscrisis en de meest recente gezondheidscrisis zijn allemaal gerelateerd aan voedsel. Als we ons voedselsysteem herzien, kunnen we al deze problemen positief beïnvloeden. Het voedselsysteem dat we nu hebben, verstoort het evenwicht binnen natuurlijke ecosystemen en ontwricht de ziekteregulerende functie die biodiversiteit biedt. Door zoveel dieren per vierkante meter te houden in de agro-industriële systemen, kan een ziekte zich ook zeer snel verspreiden en verhoogt het risico op overdracht naar de mens.

Hadden we agro-ecologische landschappen gehad in Zuid-Oost China met een hoge biodiversiteit en natuurlijke corridors, dan hadden we de situatie van de afgelopen twee jaar misschien niet gekend. Agro-ecologie heeft een biodivers landschap nodig en werkt niet in een uniform landschap met monoculturen.”

Holemans: “We moeten dus niet alleen hier het gebruik van meststoffen en diervoeders verminderen, maar ook de productie in het Zuiden moet opgekrikt worden op een agro-ecologische manier. Is dat ook niet dé manier om boeren weerbaarder te maken tegen de klimaatverandering?”

Tittonell: “Absoluut. Om ernstig gedegradeerde bodems te herstellen, moeten we veel organisch materiaal inbrengen. De helft hiervan is koolstof, die door planten uit de atmosfeer wordt gehaald en die we zo in de bodem kunnen vastleggen. Het herstellen van aangetaste bodems op een agro-ecologische manier is zo een waardevolle bijdrage tegen de opwarming van de aarde.”

Deze podcast is tot stand gekomen door een samenwerking met De Landgenoten. Het gesprek tussen Dirk Holemans en professor Pablo Tittonell vond plaats op 17 mei, live in de Foyer van De Vooruit te Gent. De introductie werd verzorgd door collega Anthony Denayer.