Nieuw rapport roept op tot genuanceerder debat over veeteelt en klimaat

Nieuwsberichten

We krijgen een vertekend beeld van de impact van veeteelt op het klimaat. Dat stellen wetenschappers van het PASTRES-onderzoeksprogramma in ons nieuw rapport, ‘Is veeteelt altijd slecht voor de planeet?’. Huidige cijfers zijn namelijk hoofdzakelijk gebaseerd op de intensieve landbouw in geïndustrialiseerde landen. Maar niet alle vlees en melk is hetzelfde.

In de aanloop naar de COP26-klimaatconferentie willen we daarom beleidsmakers waarschuwen. Er is meer nuance nodig in het debat over veeteelt en klimaatverandering. Anders lopen we het risico belangrijke beslissingen te nemen op basis van onvolledig of misleidend cijfermateriaal.

Extensieve veehouderij genegeerd in het debat

Miljoenen mensen wereldwijd zijn afhankelijk van de extensieve veeteelt. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het effect van extensieve veeteelt op het klimaat relatief beperkt. Toch worden rondtrekkende veehoudersgemeenschappen vaak genegeerd in de debatten over de toekomst van onze voedselvoorziening. Dat de rondtrekkende veehouderij op één hoop gegooid wordt met de intensieve veehouderij, vinden wij erg te betreuren.

Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong zijn van levensbelang voor bevolkingsgroepen met een laag inkomen. Vooral op plaatsen waar het telen van gewassen moeilijk tot onmogelijk is. Voor de rondtrekkende veehouders in de droge en bergachtige delen van de wereld is een verandering in hun voedingspatroon dan ook geen optie. Veranderingen in de vlees- en melkconsumptie moeten gericht zijn op de mensen met de grootste ecologische voetafdruk. Het betreft dus de ‘consumptie-elite’, welvarende mensen in landen met hoge inkomens.

Intensieve vs. extensieve veeteelt en de impact op het klimaat

De huidige debatten gaan voorbij aan de manier waarop dierlijke voeding wordt geproduceerd. Industriële veeteelt wordt gezien als de norm en extensieve systemen zijn ondervertegenwoordigd.

In ons rapport wijzen we op een aantal aannames en hiaten in de gegevens over vee en klimaat:

  • Gegevens van industriële systemen worden gebruikt om veronderstellingen te maken over dieren in extensieve systemen. Zo zijn de door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) voorgestelde protocollen voor emissiefactoren afgeleid van studies van geïndustrialiseerde systemen. De uitstoot volgt echter zeer verschillende patronen met dus ook een verschillende klimaatimpact.
  • Ook de beoordeling van het effect van verschillende broeikasgassen is omstreden. Koeien produceren methaan, een veel sterker broeikasgas dan koolstofdioxide (CO2). De verblijfsduur in de atmosfeer is echter erg verschillend. Methaan wordt relatief snel afgebroken, doorgaans in negen tot twaalf jaar. CO2 kan daarentegen permanent in de atmosfeer blijven hangen. Daarom is het misleidend om pakweg koeien en auto’s over dezelfde kam te scheren.
  • Wereldwijde studies van de uitstoot van de veestapel gaan al te vaak uit van de situatie in geïndustrialiseerde landen. Dat blijkt uit een studie van 164 levenscyclusanalyses (LCA) van de voedselproductie. Slechts 9% van de gegevens was afkomstig uit Azië, 4% uit Latijns-Amerika en 0,4% uit Afrika, tegenover 86% uit Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
  • In extensieve systemen vervangt de veestapel wilde herbivoren, die zelf ook broeikasgassen uitstoten. Dit leidt daarom niet noodzakelijk tot hogere emissies dan in de natuur. Integendeel, sommige vormen van extensieve begrazing kunnen de koolstofopslag in de bodem zelfs bevorderen.

De rol van extensieve veehouders in de strijd tegen de klimaatverandering verdient erkenning

Om de uitstoot van broeikasgassen in te perken, opperen we voor praktische oplossingen. Duurzaam graslandbeheer, rondtrekkend grazen en strategieën die koolstofopslag bevorderen zijn enkele voorbeelden. Daarbij moet nauw worden samengewerkt met de veehouders zelf, voortbouwend op hun kennis en praktijken. Daarom dringen wij erop aan dat de herders worden betrokken bij de besluitvorming over de toekomst van onze voedselvoorziening en bij de debatten over veeteelt en klimaatverandering.

Onze programmadeskundige, Eddy Timmermans, over de rol van extensieve veehouders in de strijd tegen de klimaatverandering:

“In Afrika ondersteunen we veehouders om hun natuurlijke hulpbronnen op duurzame wijze te beheren. Duurzaam beheerde graslanden hebben namelijk het unieke vermogen om immense hoeveelheden CO2 vast te leggen in de bodem. Daarom pleiten wij ervoor om deze gemeenschappen juist te zien als belangrijke spelers in de strijd tegen de klimaatverandering en voor het behoud van biodiversiteit. Het moet gedaan zijn met hen samen met alle vormen van landbouw te bestempelen als de grote boosdoeners in het klimaatverhaal.”

De rondtrekkende veehouderij wordt bedreven door 200 tot 500 miljoen mensen wereldwijd. Hun context verschilt sterk van die van de geïndustrialiseerde, intensieve veehouderij. Ze maken duurzaam gebruik van de uitgestrekte graaslanden die meer dan de helft van het aardoppervlak beslaan. Ze komen voor in bijna alle landen van de wereld, van Sub-Sahara-Afrika tot boven de noordpoolcirkel. De rondtrekkende veehouderij is dus van essentieel belang in de strijd tegen de klimaatverandering en voor het behoud van biodiversiteit. Daarom ondersteunen we ook de aanvraag van de Mongoolse overheid om 2026 te erkennen als het internationaal jaar voor graaslanden en rondtrekkende veehouders.

Lees het rapport

Download hier het volledige rapport (in het Engels): Are livestock always bad for the planet? Rethinking the protein transition and climate change debate, by Ella Houzer and Ian Scoones, PASTRES, September 2021

Download hier de Nederlandstalige samenvatting en infofiches: Is veeteelt altijd slecht voor de planeet?

Bekijk hier hoe we bijdragen aan de strijd tegen de klimaatverandering: It’s not the Cow, it’s the How